e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vuurslag vuurslag: vuurslaag (Maasbracht) slagpen, stalen ~ in de tondeldoos (stool, vuurslag) [N 20 (zj)] III-2-1
vuursteen vuursteen: veurstein (Maasbracht) vuursteen in de tondeldoos [N 20 (zj)] III-2-1
vuurtang, sinteltang vuurtang: vy(3)̄rtaŋ (Maasbracht) vuurtang [N 05A (1964)] III-2-1
vuurvaste tegels plavuizen: plǝvȳzǝ (Maasbracht) De vuurvaste tegels waaruit de ovenvloer bestaat. [N 29, 4b; monogr.] II-1
waaienx waaien: het waidje (Maasbracht), waije (Maasbracht), wè-je (Maasbracht) het waaide [SGV (1914)] || waaien [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
waarde van 30 stuiver daalder: (was 1.80 gld.).  einen daalder (Maasbracht) waarde van 30 stuiver = F 1,50 [daalder, dolde?] [N 21 (1963)] III-3-1
waarde van 6 stuiver krentje: Opm. vindt oorsprong in Duits geld, dat voor 60 jaar hier meer bekend was dan Nederland.  ei krentje (Maasbracht) waarde van 6 stuiver [een schilling?] [N 21 (1963)] III-3-1
waarschuwen waarschuwen: waarschoewe (Maasbracht, ... ) waarschuwen [SGV (1914)] III-3-1
waden waden: waje (Maasbracht) waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2
wafel wafel: waofel (Maasbracht), woafel (Maasbracht), woafele (Maasbracht) Wafel [N 16 (1962)] || wafel [SGV (1914)] || wafels [SGV (1914)] III-2-3