e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

Gevonden: 3406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeds broeds: brø̄ts (Maasbracht) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12
broeibak broeibak: breujbak (Maasbracht) [SGV (1914)] I-7
broeien broeien: brø̄jǝn (Maasbracht) Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.] II-1
broek boks: boks (Maasbracht) De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10
broek: algemeen boks: boeks (Maasbracht, ... ), boks (Maasbracht), doe lups aug altied mit ein afgezakdje boeks (Maasbracht), doe lùpzouchaltiet mit ein aafgezakdje boĕks (Maasbracht), hē heel zien boeks op mit ⁄ne lēre reem (Maasbracht), hè heëltj zien boeks op mit eine leere reem (Maasbracht) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] || Broek. (Moeder zei tegen kleine Kees:) Jij loopt ook altijd met een afgezakte broek! [DC 39 (1965)] || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] || Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3
broekkettingen terugzetkettingen: tǝrȳk˲zetkęteŋǝ (Maasbracht) Kettingen waarmee de broek van het achterhaam aan de berries is vastgemaakt. [N 13, 79] I-10
broekspijp boksenpijp: boeksepiepe (Maasbracht) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem boksenriem: boeksereem (Maasbracht), riem: hē heel zien boeks op mit ⁄ne lēre reem (Maasbracht), hè heëltj zien boeks op mit eine leere reem (Maasbracht) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] III-1-3
broekzak achter kontentasje: kontjeteske (Maasbracht) zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak opzij boksentas: boeksetes (Maasbracht) broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] III-1-3