e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

Gevonden: 3406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doop doop: duip (Maasbracht) doop [SGV (1914)] III-3-3
doopdekentje doopdoek: doupdook (Maasbracht) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopjurkje doopjurk: daupjurk (Maasbracht), doopkleed: daupkleëd (Maasbracht), dö.ypklɛ.it (Maasbracht) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopkleed [RND] III-2-2, III-3-3
doopmutsje doopmutsje: daupmötske (Maasbracht) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopvont doopvont: doupvontj (Maasbracht), dö.ypfûnt (Maasbracht) doopvont [RND], [SGV (1914)] III-3-3
door elkaar, verward dooreen: doorein (Maasbracht) dooreen [SGV (1914)] III-4-4
doordeweekse (werk)schort doordeweekse scholk: doreweëkse sjolk (Maasbracht), werkscholk: blauwe katoen  wirksjolk (Maasbracht) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] || zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)] III-1-3
doordeweekse kleren `s werkeldaagse kleren: `s werkeldaagse kleijer (Maasbracht) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
doormidden snijden van beschuitbollen doorsnijden: dōrsni-jǝ (Maasbracht) [N 29, 62a; N 29, 62b] II-1
doorn, stekel doorn: dòre (Maasbracht), doorn (mv.): deur (Maasbracht), deûr (Maasbracht), dör (Maasbracht), döör (Maasbracht), døͅr (Maasbracht), stekels: stekels (Maasbracht) doorn [SGV (1914)] || doornen [DC 23 (1953)], [RND] || doorns [SGV (1914)] III-4-3