e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

Gevonden: 3406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droogdoek, theedoek afdroogdoek: aafdreügdook (Maasbracht), afdrooghanddoek: aafdreüghandjdook (Maasbracht), handdoek: hantjdōk (Maasbracht), schotelsplag: sjôttelsplak (Maasbracht), šotəlsplak (Maasbracht) de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u de doek waarmee men afdroogt? [N105 (2000)] III-2-1
droogrek kruikenbank: krūkǝnbaŋk (Maasbracht), tuitenrek: tø̜i̯tǝnrɛk (Maasbracht) Het houten rek buitenshuis waarop men vaten, melkbussen en emmers te drogen legt. [A 15, 25; monogr.] I-11
droogstaan droogstaan: drø̄xstǭn (Maasbracht) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
druilerig en koud weer miezerig (weer): miezerig (Maasbracht), nat (weer): eine nate zomer (Maasbracht, ... ), naat (Maasbracht) druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [SGV (1914)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)] III-4-4
druipen van de regen druipen: droepe (Maasbracht), druppelen: drùppele (Maasbracht), uitzijpen: hè zeep oet (Maasbracht, ... ), hè zieptj oet (Maasbracht, ... ), ziepelen: ziepele (Maasbracht) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventak: droeventak (Maasbracht), druiventros: droeventroes (Maasbracht) druiventros [SGV (1914)] I-7
drukte, gedoe gedoens: gedoons (Maasbracht) gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druppel druppel: ennen dröppel (Maasbracht) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] III-4-4
dubbel gezwad dobbel gezwad: dǫbǝl [gezwad] (Maasbracht) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
dubbel sierhek barrier: brēr (Maasbracht) Dubbel sierhek dat toegang geeft tot een boerenhofstee of buitenplaats. [A 25, 5f; L 19B, 6] I-8