e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

Gevonden: 3406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebrekkig gebrekkelijk: gebrekelijk (Maasbracht) gebrekkig [SGV (1914)] III-1-2
gebruik gebruik: gebroek (Maasbracht) gebruik [SGV (1914)] III-3-2
gedachtenis achtergedacht: achtergedecht (Maasbracht) nagedachte [SGV (1914)] III-1-4
gedrongen postuur kort-dik: hè es kort-diek (Maasbracht) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1
gedwee gedwee: gedwiè (Maasbracht) gedwee [SGV (1914)] III-1-4
geelgors geelgors: gèlgeüs (Maasbracht), gèlgūws (Maasbracht) geelgors [Roukens 03 (1937)] || geelgors (16,5 bruine stuit; man heeft meer of minder geel aan kop en borst; hele jaar overal buiten stad en dorp te zien; ook veel op trek; bekraste eitjes; roep [tsp]; zang eenvoudig [ti-ti-ti-ti-...du]; kooivogel [N 09 (1961)] III-4-1
geelzucht geel verf: gail verf (Maasbracht) geelzucht [SGV (1914)] III-1-2
geer geer: giǝr (Maasbracht) Een naar boven spits uitlopende lap of strook waarmee men een kledingstuk van onderen verwijdt. [N 62, 11a; L 1a-m; L 23, 71; Gi 1.IV, 17; S 10; monogr.] II-7
geerakker geer: gēǝr (Maasbracht) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1
geeuwen gapen: gape (Maasbracht), geeuwen: geeuwe (Maasbracht) gapen [N 10 (1961)] III-1-2