e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbracht

Overzicht

Gevonden: 3406
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesloten boerderijtype hof: hof (Maasbracht) De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4] I-6
gesneden haan kapuin: kapūn (Maasbracht) [N 19, 60a; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken barg: barx (Maasbracht) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gesp: gesp (Maasbracht), schoon mit ein gasp (Maasbracht), snal (<du.): sjnal (Maasbracht) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen stamper: stęmpǝr (Maasbracht) De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b] I-6
gesteven voorstuk van een overhemd plastron (fr.): plastron (Maasbracht) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestreepte broek gestreepte boks: gestreepdje boeks (Maasbracht) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getatewaal getatel: getatel (Maasbracht) getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)] III-3-1
getob; tobben gemartel: gemertel (Maasbracht) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətraowdə vraow (Maasbracht) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2