23207 |
geloven |
geloven:
gluive (L267p Maasbree)
|
Geloven [gleuve, geluuëve, gluive]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25188 |
geluid van naderend onweer |
hommelen:
hommele (L267p Maasbree),
hoomelle (L267p Maasbree),
zinnig hômmele (L267p Maasbree)
|
een dof, rollend geluid maken, gezegd van bijv. de donder [rommelen, rederen, meutelen] [N 91 (1982)] || eerste rommelen dat in de verte te horen is wanneer er een onweer op komst is [meutelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17710 |
geluidloos een wind laten |
ene op de sokken laten (gaan):
inne oppe zök laote gaon (L267p Maasbree)
|
geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
19273 |
gelukken |
lukken:
lökke (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
een voorspoedige afloop hebben, kunnen slagen [lukken, vergaan, bedoen, boteren, gelukken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19220 |
geluksvogel; altijd geluk hebben |
gelukzak:
gelökzak (L267p Maasbree),
zwijnjak:
zwijnjak (L267p Maasbree)
|
iemand die altijd geluk heeft [zwijnjak, boffer, bidzalig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemekkelik (L267p Maasbree),
handig:
hendig (L267p Maasbree),
makkelijk:
mekkelik (L267p Maasbree),
spelenderwijs:
speulenderwiës (L267p Maasbree)
|
geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] || gemakkelijk [SGV (1914)]
III-1-4
|
19226 |
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken |
pas:
pas (L267p Maasbree),
passend:
passend (L267p Maasbree)
|
de manier van handelen die het makkelijkst en aangenaamst is [pas] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22441 |
gemaskerd persoon |
vastelavondsgek:
vastelaovesgek (L267p Maasbree)
|
Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
gemein (L267p Maasbree),
laag:
liëge (L267p Maasbree),
līēg (L267p Maasbree)
|
gemeen [SGV (1914)] || slecht, gezegd van het karakter, de aard [bedekt, laag] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeent:
geminkt (L267p Maasbree)
|
gemeente [SGV (1914)]
III-3-1
|