e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heibezem heibezem: hei-bässem (Maasbree) bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1
heilaarde, dichte zwarte grond suikerij: sokrei (Maasbree), vlei: vlei (Maasbree) zwarte, ondoordringbare aarde [schurft, heilaarde] [N 81 (1980)] III-4-4
heilig heilig: hĕĕllig (Maasbree), hèllig (Maasbree) heilig [SGV (1914)] || Heilig [hèllig, hillig]. [N 96D (1989)] III-3-3
heilig hartbeeld heilig hartbeeld: h hartbeeld (Maasbree), heilig hartbeeld (Maasbree), heilighartbeeld (Maasbree) Een beeld van Jezus die zijn hart toont (H.Hart). [N 96A (1989)] || H.Hartbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
heilig hartlampje heilig hartlampje: h hartlempke (Maasbree) Het altijd brandend electrisch devotielichtje bij het H.Hartbeeld [H.Hartlemp-ke?. [N 96B (1989)] III-3-3
heilig oliesel heilige olie: hellige olie (Maasbree) Het H. Oliesel, sacrament voor de zieken/stervenden [letste öloeng]. [N 96D (1989)] III-3-3
heilig putje zinkputje: zeŋkpøͅtjə (Maasbree) Het zinkputje onder of naast de sacristie, het heilige putje. [N 96A (1989)] III-3-3
heilige communie communie (<lat.): kômmunie (Maasbree) De H. Communie [kómmelejoeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
heilige dagen heilige dagen: hęjlegǝ dāx (Maasbree) Vergeten plekken bij het verven. [N 67, 78; div.] II-9
heilige hostie hostie (<lat.): hostie (Maasbree) De H. Hostie die men ontvangt. [N 96B (1989)] III-3-3