34145 |
herkauwen |
neringen:
nereŋǝ (L267p Maasbree)
|
Het eerst niet of nauwelijks gekauwde, in de voormaag gedeeltelijk verteerde voedsel opnieuw verwerken. Zie afbeelding 7. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 4, 13; L 14, 26; L 14, 88; L 20, 13; S 13; monogr.]
I-11
|
24458 |
hermelijn |
hermelijn:
hermelijn (L267p Maasbree)
|
hermelijn [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
17779 |
hersenen |
harre:
hārre (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree),
hersens:
hersene (L267p Maasbree)
|
Hersenen [DC 58 (1983)] || hersenen [SGV (1914)]
III-1-1
|
24321 |
hert, ree |
ree:
rië (L267p Maasbree)
|
Ree, zonder onderscheid van geslacht [N 94 (1983)]
III-4-2
|
23258 |
het angelus luiden |
klimpen:
et klimpt (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
Het angelus luiden in de ochtend [de morgenklok?] [het luidt......?]. [N 96A (1989)] || Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
30770 |
het behang insmeren |
inpappen:
enpapǝ (L267p Maasbree)
|
Het behangselpapier met behulp van de papborstel met plaksel bestrijken. [N 67, 97a; monogr.]
II-9
|
23802 |
het doopwater wijden op paaszaterdag |
wijwater wijden:
wiejwater wieje (L267p Maasbree)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het doopwater te wijden en wijwater te halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
19647 |
het gras maaien |
(het) gras snijden:
graas snieje (L267p Maasbree)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'het gras afmaaien\'? (afdoen, afsnijden) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
23990 |
het heilig oliesel ontvangen |
bediend worden:
bedind waere (L267p Maasbree)
|
Het H. Oliesel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24058 |
het heilig oliesel toedienen |
bedienen:
bedene (L267p Maasbree)
|
Het H. Oliesel toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|