e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inplakzool inplakzooltje: enplɛkzølkǝ (Maasbree) Het zooltje dat in het betere schoeisel ingeplakt wordt. [N 60, 171c] II-10
inplakzool [wld ii.10, p. 35] inplakzooltje: inplekzulke (Maasbree) Het zooltje dat in betere damesschoenen ingelijmd wordt? (inplakzooltje?) [N 60 (1973)] III-1-3
inschot inschot: ensxǫt (Maasbree) De plaats waar men met de voet in de schoen schiet. [N 60, 29; N 60, 192] II-10
inschot [wld ii.10, p. 24] inschot: inschot (Maasbree) De plaats waar men met de voet in de schoen schiet (inschot)? [N 60 (1973)] III-1-3
inschuren in de verf schuren: en dǝ vɛrǝf sxōrǝ (Maasbree) Met behulp van puimsteen in de natte grondverf schuren om de verflaag te doen hechten aan de plamuurlaag. [N 67, 72b] II-9
inslag zwikinslag: zwekenslāx (Maasbree) Het stuk overleer dat men bij het overhalen over de rand van de binnenvoet trekt om dit tussen binnenzool en tussenzool te kunnen vastnaaien. [N 60, 86] II-10
inslag [wld ii.10, p. 39] zwikinslag: zwik-inslaag (Maasbree) Het stuk overleer dat men bij het overhalen over de rand van de binnenvoet trekt om dit tussen binnenzool en tussenzool te kunnen vastnaaien? (inslag?) [N 60 (1973)] III-1-3
insmeren insmeren: ensmę̄rǝ (Maasbree) Het met lijm besmeren van de bovenzool na het kloppen. "De bovenzool wordt, na eerst ruw uitgesneden en in water elastisch te zijn gemaakt, op een kei geklopt om eventueel later trekken te voorkomen, daarna met lijm besmeerd en met een paar spijkers aan de hak en één bij den neus voorlopig vastgezet." (Directie, pag, 301). [N 60, 100] II-10
inspannen inspannen: enspanǝ (Maasbree) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
introïtus introtus (<lat.): introitus (Maasbree) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3