e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kikkers kikkers: kikkers (Maasbree) De ijzeren of houten bekjes aan de voorzijde van de roede waaraan het zeil wordt vastgemaakt. In l 381 waren de kikkers van hout omdat de molen houten roeden had. [N O, 5d; A 42A, 69; N O, 5e] II-3
kikkervisje jonge kwek: joonge kwek (Maasbree), koelemuiter: koelemoeter (Maasbree), muileskop: moeleskop (Maasbree) kikkervisje [DC 09 (1940)], [DC 09 (1940)], [DC 17 (1949)] III-4-2
kind (algemene benaming) kind: kink (Maasbree), wicht: wicht (Maasbree) kind [DC 05 (1937)] III-2-2
kind (troetelnaam) dribbeltje: druubelke (Maasbree), knobbeltje: knuubelke (Maasbree), snobbeltje: snuubelke (Maasbree) het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)] III-2-2
kindercommunie kleine communie (<lat.): klein kômmunie (Maasbree) Een kindercommunie [kingerkómmelejoeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderdoop kinderdoop: kingerduip (Maasbree) Een kinderdoop. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderfiets kinderfietsje: kingerfietske (Maasbree) Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar kleine kinderen op rijden [N 99 (1991)] III-3-1
kinderfluitje feep: van een roggehalm  feep (Maasbree), fluitje: van hout van de vlierbesstruik  fløͅtjɛ (Maasbree) Allerlei namen voor kinderfluitjes; geef ook aan waarvan ze gemaakt zijn en hoe ze heten [nachtegaal, blaasje, feep, moemel, noen]. [N 90 (1982)] III-3-2
kinderkoor kinderkoor: kingerkoeer (Maasbree) Het kinderkoor, jongenskoor of knapenkoor, een zangkoor van kinderen uit de hoogste klassen van de lagere school. [N 96B (1989)] III-3-3
kinderleest kinderleest: keŋǝrlęjst (Maasbree) De leest voor kinderschoenen. Volgens de informant van Q 121c gaat het hier om de maten 18 tot en met 30. [N 60, 186a] II-10