e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruisen, kruisdagen? kruisen: krytsə (Maasbree) kruisen [RND] III-3-3
kruisjassen (kaartspel) kruisen: kruutse (Maasbree, ... ) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
kruisje aan een kettinkje kettinkje: keͅteŋskə (Maasbree) Een kruisje, aan een kettinkje om de hals gedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisje van de rozenkrans kruisje: kruutske (Maasbree) Het kruisje aan de rozenkrans. [N 96B (1989)] III-3-3
kruiskruid sint-jansbloempje: eigen spellingsysteem  St. Jansblumpke (Maasbree) Kruiskruid (senecio 5 tot 50 cm groot. De bladeren zijn bochtig veerspletig, kaal of licht spinnewebachtig behaard; de bloemen staan in kleine, langwerpige hoofdjes, straalbloemen ontbreken, de schijfbloemen ontbreken; omwindselblaadjes met zwarte top ( [N 92 (1982)] III-4-3
kruisprocessie kruisprocessie (<lat.): kruutsprocessie (Maasbree) De processie die tijdens de kruisdagen gehouden wordt voor een goede oogst, de kruisprocessie . [N 96C (1989)] III-3-3
kruissteek kruissteek: krȳtssteǝk (Maasbree) Bepaalde steek die men volgens de informant van Q 253 toepast bij het herstellen van barsten in het bovenwerk. Arras (II, pag. 198) zegt hierover: "De kruissteek wordt meestal gelegd op leder, dat gekloven of gebersten is b.v. een gekloven bovenleder waar noch stuk, noch nieuw voorblad mag ingezet worden." En over de maakwijze merkt hij op: "Om een goeden kruissteek te plaatsen, nemen we een zeer fijn draadje en een fijne els. We beginnen aan het uiteinde van de kloof en steken altijd over en weer, d.w.z. nu op den enen en dan op den anderen kant der kloof." Zie afb. 16. [N 60, 112c] II-10
kruisteken kruisje: kruutske (Maasbree) Een kruisteken [kruis, krèùs/kröös, kruus, kruuts, kruusteiken?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kruisverband kruisverband: kryts˲vǝrbant (Maasbree) Metselverband dat doorgaans wordt toegepast bij muren dikker dan een halve steen. Zie ook afb. 39. Het verband is als volgt opgebouwd: eerste laag: drieklezoor, kop, strek, strek, strek; tweede laag: koppenlaag; derde laag: drieklezoor, strek, strek, strek, enz. (Westra, pag. 19). De volgorde van de verschillende lagen kan variëren. [N 31, 24d; N 31, 24e; monogr.] II-9
kruisverering kruisverering: kruutsviering (Maasbree) Het gebruik om op Goede Vrijdag de relikwie van het Heilig Kruis te kussen, de Kruisverering. [N 96C (1989)] III-3-3