e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liefde hart: hert (Maasbree), liefde: leefde (Maasbree, ... ) liefde [SGV (1914)] || warme genegenheid of gehechtheid aan een persoon of zaak [liefde, hart] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
liefhebben liefhebben: leefhebbe (Maasbree) liefhebben [SGV (1914)] III-1-4
liefkozen aaien: īēle (Maasbree), femelen: feemele (Maasbree) zijn liefde of genegenheid kenbaar maken door iemand te strelen of aan te halen [koekelen, fikfakken] [N 85 (1981)] III-1-4
liegen liegen: leege (Maasbree, ... ), lege (Maasbree, ... ) bewust onwaarheden vertellen [leugen, liegen, leugenen, floersen, gekken] [N 85 (1981)] || liegen [SGV (1914)] || onwaarheden vertellen [beuzelen, gekken, jokken, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1
lies lies: lees (Maasbree) lies [SGV (1914)] III-1-1
liesstrook liesstrook: lisstrōk (Maasbree) Huid die een gedeelte van de poot bedekt. Zie afb. 1. [N 60, 3d] II-10
lieveheersbeestje goudbeestje: goudbiesje (Maasbree), hemelbeestje: hemelbiesje (Maasbree), lievevrouwebeestje: leevevrouwebiesje (Maasbree) lieveheersbeestje [DC 49 (1974)], [Roukens 03 (1937)] III-4-2
lievevrouwebedstro bedstro: eigen spellingsysteem  bèdstroë (Maasbree), vrouwebedstro: -  vrouwebedstroeë (Maasbree) lievevrouwebedstro [DC 60a (1985)] || Onzelievevrouwebedstro (asperula odorata 10 tot 30 cm groot. De stengels zijn glad, de bladeren staan in kransen van 6 tot 8 lancet- tot spatelvormige bladeren, ze zijn vrij breed en puntig, de bladrand is meestal wat ruw; de bloemen staan in lang geste [N 92 (1982)] III-4-3
liggen liggen: likke (Maasbree) liggen [SGV (1914)] III-1-2
liggende rollaag koprollaag: kǫprǫllǭx (Maasbree) Muurafdekking in de vorm van een laag op hun kant liggende metselstenen. Woordtypen als 'halfsteens rollaag' (L 289, Q 111), 'halfsteense rollaag' (L 290, L 291, L 382, Q 99*, Q 121) en 'steensrollaag' (Q 39) verwijzen naar de hoogte van de rollaag. [N 31, 23d; monogr.] II-9