| 23850 |
maria-onbevlekte-ontvangenis |
maria-onbevlekt-ontvangen:
maria onbevlekt ontvangen (L267p Maasbree)
|
8 december, Marias onbevlekte Ontvangenis [Laatste Lievevrouw]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23396 |
mariabeeld |
lieve-vrouwebeeld:
levevrouwebeeld (L267p Maasbree),
moeder godsbeeld:
moeder godsbeeld (L267p Maasbree),
onzelievevrouw:
slevrouw (L267p Maasbree)
|
Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23402 |
marianum |
marianum:
marianum (L267p Maasbree)
|
Een groot, soms tweezijdig Mariabeeld, staande op wolken of op de maansikkel, dat van boven uit het gewelf af neerhangt, Marianum. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 21271 |
markt |
markt:
mɛrət (L267p Maasbree)
|
markt [RND]
III-3-1
|
| 21852 |
marktkraam |
kraam:
kraom (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
een tent, een stalletje op de markt waarin de goederen tentoongesteld zijn [kraam, schob] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21711 |
marktplein |
markt:
mert (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 18477 |
marktschoen |
treders:
traejer (L267p Maasbree)
|
Hoe noemt u de grove schoen, welke men meestal op de markt verkoopt? (marktschoen?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
| 24945 |
marmer |
marmer:
marmer (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree,
L267p Maasbree)
|
marmer [SGV (1914)] || marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 22739 |
marmeren beeld |
beeld:
ein marmer bie.ld (L267p Maasbree)
|
Marmeren beeld. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
| 30647 |
marmerglaceerkwast |
marmerkwast:
marmǝrkwas (L267p Maasbree)
|
Zachtharige kwast die wordt gebruikt voor het opbrengen van zeer dunne olieverftinten over nagebootst marmer. [N 67, 39c]
II-9
|