e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
minderen minderen: mindere (Maasbree, ... ) Bestaat er voor het "minderen"bij het breiwerk een afzonderlijk woord? (minderen, afzetten) [N 104 (2000)] || minderen [SGV (1914)] III-1-3
minderjarig minderjarig: minderjörig (Maasbree) minderjarig [SGV (1914)] III-2-2
minnaar hokker: hokke (Maasbree) minnaar; iemand met wie een vrouw leeft zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [minnaar] [N 86 (1981)] III-2-2
mirakel wonder: wônger (Maasbree) Een wonder [wó.nder, wónger, miraakel]. [N 96D (1989)] III-3-3
mis mis: meͅs (Maasbree) De Eucharistieviering, de H. Mis [de mis, de mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis met drie heren drieherenmis: dreejhieeremes (Maasbree) Een plechtige H. Mis waarin een celebrant, een dialen en een subdiaken voorgaan [drieherige mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis met vier heren vierherenmis: veerhieeremes (Maasbree) Een plechtige H. Mis waarin naast de genoemde drie, ook nog - gehuld in koorkap - een presbyter assistens voorgaat [vierherige mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis voor een overledene zielenmis: zīləmeͅs (Maasbree) Een mis voor een overledene [zielmis, zielemis, zieledienst, dodenmis, zwarte mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misboek op het altaar misboek: mesbook (Maasbree) Het grote misboek, missaal dat op een lezenaar op het altaar staat [misboek, mèsbook, mèsbóch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misdienaar misdienaar: mesdeener (Maasbree) Een koorknaap, misdienaar, misdiener [koeërjóng?]. [N 96B (1989)] III-3-3