e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onderring vloerring: vloerring (Maasbree) De houten ring op de molenromp waar de kruirollen op lopen. De onderring is soms geheel of gedeeltelijk bekleed met staalplaat om te voorkomen dat de rollen het hout van de onderring indeuken. Zie ook afb. 29 en 30. [N O, 53c; A 42A, 106] II-3
onderstukken opbouwplaatjes: opbǫwplɛtjǝs (Maasbree), opbouwstukken: opbǫwstø̜kǝ (Maasbree) De stukken leer van mindere kwaliteit tussen de omloper en de achterlap. Hiermee geeft men de hak hoogte. De informant van Q 18 vermeldt dat hij bekend was met het feit dat hiervoor buffelhuid werd gebruikt. Die was groen van kleur, dik en zeer slecht. Zie afb. 51. [N 60, 128b] II-10
ondervrouwenleest ondervrouwluileest: oŋǝrvrǫwlȳjlęjst (Maasbree) De leest voor jongevrouwenschoenen. Het betreft de maten 36 tot en met 40. [N 60, 186g] II-10
onderwerk onderwerk: oŋǝrwęrk (Maasbree) Het onderste gedeelte van de schoen. Kn√∂fel (I, pag. 193) verstaat onder onderwerk "hak, zool, rand, binnenzool en contrefort (stijf) aan schoenwerk". [N 60, 74a] II-10
onderwerk [wld ii.10, p. 35] onderwerk: ôngerwèrk (Maasbree) Het onderste gedeelte van de schoen (onderwerk?) [N 60 (1973)] III-1-3
onderwerkmaker zwikker: zwekǝr (Maasbree) Degene die het onderwerk aan het bovenwerk bevestigt. [N 60, 74b] II-10
onderwijzer meester: mèster (Maasbree), meneer: menier (Maasbree) onderwijzer; Hoe wordt hij tegenwoordig genoemd? [DC 48 (1973)] III-3-1
onderwijzeres meesteres: mèsteres (Maasbree) een vrouwelijke leerkracht aan een lagere school (basisschool) [meesteres, tietepoot, metres, meesterse] [N 90 (1982)] III-3-1
onderzoek onderzoeken: ôngerzeuke (Maasbree) alle naspeuringen in een zaak [onderzoek, visitatie] [N 90 (1982)] III-3-1
ondeugend, stout stout: stout (Maasbree) stout, niet gehoorzamend aan bevelen, vooral gezegd van kinderen [ondeugend, ondeugendig, deugnietachtig] [N 85 (1981)] III-1-4