e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oot, wilde haver evene: ēvǝnǝ (Maasbree), valse haver: valse haver (Maasbree) Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b] I-5
op bedevaart gaan op bedevaart gaan: op baevert gaon (Maasbree), te bedevaart gaan: te baevert gaon (Maasbree) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] || Een bedevaart doen, op bedevaart gaan [beewegen, beevaarden, bèèverte]. [N 96C (1989)] III-3-3
op de loop gaan lopen gaan: gaon laope (Maasbree), op de loop gaan: op de luip goan (Maasbree), oppe luip gaon (Maasbree) op de loop gaan [SGV (1914)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)] III-1-2
op kraamvisite gaan op beschuit gaan: op beschuut gaon (Maasbree) Op kraamvisite gaan [met de krommen arm gaan, met de kromme slip gaan, op de suikerbeschuit gaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
op retraite gaan op retraite (fr.) gaan: op retraite gaon (Maasbree) In retraite gaan, in retraite zijn. [N 96B (1989)] III-3-3
op rijen zetten bijeenharken: bīęi̯nhęrkǝ (Maasbree) Het uitgespreide gras dat de eerste droging heeft ondergaan bijeenwerken tot rijen of langwerpige heuveltjes. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi of gras. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de rij, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van (...) verwezen naar de woordtypen van het lemma ''rij, wiers''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''rij, wiers''. Achter in het lemma staan dan de werkwoorden bijeen die geen formeel verband met de benamingen voor de rij hebben. De kaart bevat de denominatieven van de heteroniemen voor rij, wiers en de werkwoordelijke uitdrukkingen met die heteroniemen, ook geordend zoals in het lemma ''rij, wiers''. [N 14, 100; JG 1b, 1c, 2c; A 10, 18; L 38, 36; monogr.] I-3
op stelten lopen op stelten lopen: op stelte loupe (Maasbree), steltlopen: steltloupe (Maasbree, ... ) Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)] || stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)] III-3-2
opbergen opbergen: opbege (Maasbree) opbergen [DC 38 (1964)] III-1-2
opbrengst opbrengst: opbrings (Maasbree), winst: wins (Maasbree) dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)] III-3-1
opeenschuiven stroppen: struipe (Maasbree) stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)] III-1-2