e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
palmtakjes plaatsen korenpalmen: korepalme (Maasbree) Het gebruik om palmtakjes te plaatsen a. in huis, b. in de stallen en in de schuur, c. in de moestuin, d. op de akkers, e. op het graf van een dierbare overledene [korenpalmen, pejmke sjtèke]. Geef met a, b, c, d, e aan waar. [N 96C (1989)] III-3-3
palmwijding palmwijden: pallemwieje (Maasbree) De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
palmzondag palmzondag: pallemzonnig (Maasbree) De zondag vóór Pasen, Palm-/Palmenzondag. [N 96C (1989)] III-3-3
pandverbeuren pandverbeuren: pandverböre (Maasbree) pandverbeuren [SGV (1914)] III-3-2
pannen schuren schuren: sxōrə (Maasbree), sxōͅrə (Maasbree) metaal met behulp van water en zand of andere schurende middelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] III-2-1
pannenstrijker pannenlekker: panǝlɛkǝr (Maasbree) Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.] II-9
pannentang nijptang: nīptaŋ (Maasbree) Lange nijptang waarmee de dakdekker stukken van pannen afknipt wanneer ze aan het ondereinde een schuine richting moeten hebben. Zie ook afb. 76. [N 30, 17; monogr.] II-9
pantoffel pantoffel: pantoefels (Maasbree), pantoeffels (Maasbree, ... ) Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] || Schoeisel met laag bovenwerk (meestal zonder of met weinig hak) dat men gemakkelijk aan- en uitschiet, om in huis te dragen (pantoffel?) [N 60 (1973)] III-1-3
pantoffeltje pantoffeltje: -  pantufelkes (Maasbree) Pantoffeltje (calceolaria officinale). De twee meeldraden zijn beweegbaar, ongeveer als bij salie. Bladeren tegenoverstaand of verspreid, de onderste samengesteld, de bovenste alleen meer of minder ingesneden; de bladrand is dubbel gezaagd. De zwavelgele [DC 60a (1985)] III-2-1
pap pap: pap (Maasbree) brij [SGV (1914)] III-2-3