e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
reeks, rij rij: ri-j (Maasbree), riej (Maasbree), rif (Maasbree) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] || rij [SGV (1914)] III-4-4
reformladder reformleider: rǝfǫrmlɛjǝr (Maasbree) Ladder uit twee delen die gebruikt kan worden als schuifladder en als dubbele ladder. [N 67, 63c] II-9
regenworm pier: peer (Maasbree, ... ) pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)] || regenworm [DC 40 (1965)] III-4-2
rei koor: koer (Maasbree) rei [SGV (1914)] III-3-2
reis reis: reis (Maasbree) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] III-3-1
reiskoffer koffer: koffer (a) (Maasbree), valies (<fr.): fliës (Maasbree) Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || koffer [SGV (1914)] III-3-1
reizen reizen: reize (Maasbree) een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] III-3-1
rek rek: rɛk (Maasbree) De mate waarin het leer meegeeft bij het rekken. [N 60, 96c] II-10
rekblok rondhout: roŋkhǫwt (Maasbree) Een houten blok waarop men met de rektang het leer rekt. [N 60, 96b] II-10
rekening rekening: ⁄n rêkening steure (Maasbree) sturen [een rekening ~] [SGV (1914)] III-3-1