| 25039 |
ritselen |
ritselen:
ritsele (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
een zacht, onregelmatig, schuifelend, ruisend of krakend geluid geven [ritselen, rispelen, snirsen, krimmelen] [N 91 (1982)] || ritselen [SGV (1914)]
III-4-4
|
| 18214 |
ritssluiting |
ritssluiting:
ritssloeting (L267p Maasbree)
|
Ritssluiting [DC 64 (1989)]
III-1-3
|
| 18058 |
rochelen |
rochelen:
rochele (L267p Maasbree)
|
rochelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 23447 |
rochet |
rochet (fr.):
rosjet (L267p Maasbree)
|
Het korte witte kleed over de misdienaarstoog [rochet, rökkele?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 33478 |
rode aalbes |
miemer:
mīēmer (L267p Maasbree),
De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
mīēmer (L267p Maasbree),
miemertjes:
Venlo e.o. De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).
miemerke (L267p Maasbree),
rode miemer:
roei-miemer (L267p Maasbree)
|
[DC 13 (1945)]aalbes [N 82 (1981)], [SGV (1914)]
I-7
|
| 33231 |
rode biet |
rode kroot:
rui̯ kruǝt (L267p Maasbree)
|
Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.]
I-5
|
| 20886 |
rode bieten |
rode kroten:
roej kroe-ete (L267p Maasbree)
|
rode bieten; Wanneer ze als groente voor het eten bestemd zijn en er wordt thuis gevraagd: "Wat eten we vandaag?"wat wordt er dan geantwoord? "We eten vandaag ............. [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
| 24508 |
rode bosbes |
moelbert:
WLD (onduidelijke toevoeging onder e van berte)
moelberte (L267p Maasbree),
moermeet:
Venlo e.o. (?)
moermēte (L267p Maasbree)
|
De rode bosbes, vossebes (bospalm, naagdebes, kwachtbes, gourbes, kroos, kreus, rode bleek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 24405 |
rode bosmier |
rode zeiksdempel:
roej zèksdempel (L267p Maasbree)
|
rode bosmier. Dialectbenamingen voor soorten mieren [N102 (1998)]
III-4-2
|
| 20655 |
rode kool |
rode kool:
rooje koël (L267p Maasbree),
rood moes:
rood moos (L267p Maasbree)
|
Rode kool (als plant of gewas) [DC 27 (1955)]
I-7
|