e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

Gevonden: 4847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bibberen razelen: razele (Maasbree) bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2
biddag voor het gewas hoogmis voor de vruchten der aarde: 1 zondag per maand  hoëgmès vur de vruchte der aarde (Maasbree) De Biddag voor het Gewas. [N 96C (1989)] III-3-3
bidden zich beden: zich baeje (Maasbree) Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidprentje doodsprentje: doëdsprintje (Maasbree) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstoel bedestoel: baejstool (Maasbree) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biecht biecht: biecht (Maasbree) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biecht horen: biech huure (Maasbree) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): biechte (Maasbree), zich biechten (gaan): zich gon biechte (Maasbree) biechten [SGV (1914)] || Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: biechstool (Maasbree, ... ) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biechttijd biechtgelegenheid: biechgelegenheid (Maasbree) Biechttijd(en), gelegenheid tot biechten. [N 96D (1989)] III-3-3