e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schroeien schroeien: sxrøi̯ə (Maasbree) schroeien [SGV (1914)] III-2-1
schrokken slokken: slôkke (Maasbree), o als Johan(kort)  slokke (Maasbree), vreten: vraete (Maasbree) schrokken; Hoe noemt U: Gulzig eten (schrokken, slokken, vreten, verschrokken, schoffelen, wolven, zwelgen, worgen, moffelen, buffelen, schransen) [N 80 (1980)] III-2-3
schrooien bijsnijden: bę̄jsni-jǝ (Maasbree) Het gelijksnijden van de zool- en hakrand na het in elkaar naaien van de schoen. [N 60, 115a] II-10
schrooimes bijsnijmes: bę̄jsnimɛts (Maasbree) Het mes waarmee men schrooit. Uit de antwoorden van de informanten blijkt dat hiervoor meestal het gewone schoenmakersmes wordt gebruikt. De informant van Q 121c merkt op dat dit schrooien intussen al lang gemechaniseerd is. [N 60, 115b] II-10
schub schub: schubbe (Maasbree) Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2
schuchter bleu: bluuë (Maasbree), blūje (Maasbree), blūūe (Maasbree) bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] || bloode [SGV (1914)] III-1-4
schudden van vruchten afschudden: Venlo e.o.  aafschödde (Maasbree) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7
schuier klederborstel: kleͅi̯ərboͅrstəl (Maasbree), meubelborstel: møͅi̯bəlboͅrstəl (Maasbree) stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)] III-2-1
schuif kap: kap (Maasbree) Het bovenste, losse gedeelte van een schuifleest, dat met een schroef of een spijker aan het overige gedeelte van deze leest kan worden vastgemaakt. [N 60, 187b] II-10
schuifgrendel schorvel: schorvel (Maasbree) schuifgrendel [N 07 (1961)] III-2-1