22689 |
bioscoop |
bioscoop:
bioskoop (L267p Maasbree)
|
Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
bisdom (L267p Maasbree)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
bisschop (L267p Maasbree)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19352 |
bits |
bars:
bars (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree),
kortaf:
kortaaf (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
18113 |
blaar |
blaar:
blaor (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23574 |
blaasbalg van het orgel |
blaasbalg:
blaosbalk (L267p Maasbree)
|
De blaasbalg van het orgel. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18096 |
blaasontsteking |
koude op de blaas:
kèld oppe blaos (L267p Maasbree)
|
Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24469 |
blad (alg.) |
blad:
blāāt (L267p Maasbree)
|
blad [SGV (1914)]
III-4-3
|
29937 |
blad van de troffel |
(het) staal:
stǭl (L267p Maasbree)
|
Het driehoekige metalen blad van de troffel, dat dient om de specie op de steen aan te brengen en uit te strijken. De afmeting van het blad kan, afhankelijk van de aard van de werkzaamheden, verschillen. Het blad van een troffel heeft een gebogen en een rechte zijde. De rechte kant wordt gebruikt voor het opvangen van uitpuilende specie, de gebogen kant voor het hakken van stenen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(troffel-)' het lemma 'troffel'. [N 30, 7b; monogr.]
II-9
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blāt (L267p Maasbree),
blader:
blār (L267p Maasbree),
blē̜r (L267p Maasbree)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|