24707 |
takken krijgen |
tak (mv.) krijgen:
Venlo e.o.
tek kriege (L267p Maasbree),
uitslaan:
WLD
oetslaon (L267p Maasbree)
|
Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25310 |
talie, maat van 1/8 el (8,5 cm) |
talie:
talie (L267p Maasbree)
|
de maat die een lengte aangeeft van 8,5 cm, 1/8 deel van een el [tallie, talie] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19650 |
tamme kanarie |
kanariepietje:
knariepietje (L267p Maasbree)
|
Hoe noemt u de tamme kanarie? (kernollievogel, konijnevogel, pietje) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
30644 |
tamponeerborstel |
tamponeerborstel:
tamponērbǫrsǝl (L267p Maasbree)
|
Langwerpig rechthoekige borstel, meest van blank varkenshaar, met gebogen handvat of steel die wordt gebruikt om bij mat verfwerk de strepen van de verfkwast weg te nemen. Om dit te bereiken wordt met de borstel gelijkmatig op het vers geverfde werk gedopt. [N 67, 38; div.]
II-9
|
30739 |
tamponeren |
tamponeren:
tamponērǝ (L267p Maasbree)
|
Bij mat verfwerk met een tamponeerborstel in de verf doppen.om de strepen van de verfkwast weg te nemen. Zie ook het lemma 'Tamponeerborstel'. [N 67, 80b]
II-9
|
30615 |
tamponneerverf |
tamponneerverf:
tamponēr[verf] (L267p Maasbree)
|
Verf die met een tamponneerkwast kloppend wordt aangebracht. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 24]
II-9
|
17760 |
tand |
tand:
tankt (L267p Maasbree)
|
tand [SGV (1914)]
III-1-1
|
17761 |
tanden |
tanden (mv.):
teng (L267p Maasbree)
|
tanden [SGV (1914)]
III-1-1
|
18731 |
tanden poetsen |
tanden poetsen:
ik poets mich de teng (L267p Maasbree)
|
Elke avond poets ik mijn tanden. [DC 64 (1989)]
III-1-3
|
18728 |
tandenborstel |
tandenborstel:
tandeborsel (L267p Maasbree)
|
Tandenborstel [DC 64 (1989)]
III-1-3
|