e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vierde deel van een stuk boomstam klocht: klox (Maasbree) Zie de toelichting bij het lemma ɛklievenɛ.' [N E, 9] II-12
vierdel, maat van 125 gram of kwart pond half pond: haef pònk (Maasbree) de maat die een gewicht aangeeft van 125 gram, dat is 1/4 pond [verrel] [N 91 (1982)] III-4-4
vieren vieren: gəve.ərt (Maasbree) gevierd [RND] III-3-2
viertakrijn viertakrijn: viertakrijn (Maasbree) Rijn met vier rijntakken. [N O, 15d; A 42A, 21; Vds 132; Coe 101; N O, 15b; N O, 15c] II-3
vieruursboterham halfnamiddag, de -: halfnamedaag (Maasbree), koffiedrinken, het -: kóffie drinke (Maasbree), ’t kóffiedrinke (Maasbree) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
vigilie vigilie (<lat.): vigilie (Maasbree) De avond vóór een kerkelijke feestdag [vigilie, heiligavond]. [N 96C (1989)] III-3-3
vijfvingerkruid vingerkruid: eigen spellingsysteem  vingerkroèd (Maasbree) Vijfvingerkruid (potentilla reptans 30 tot 60 cm groot. De stengels zijn lang kruipend en onvertakt, meestal wortelend; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig en lang gesteeld. De blaadjes zijn eivormig, gekarteld-gezaagd en aan de onderkant meestal zacht beh [N 92 (1982)] III-4-3
vijg vijg: Venlo e.o.  vié’g (Maasbree), WLD  vīēg (Maasbree) De eetbare, zoete, vlezge vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3
vijl vijl: vīl (Maasbree) In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met inkepingen voor het bewerken, slijpen of gladmaken van harde materialen. Zie ook het lemma ɛvijlɛ in wld II.11, pag. 69. Het materiaal hier vormt een aanvulling op dit lemma.' [S 40; A 14, 12a, add.; monogr.] II-12
vijlen vijlen: vīlǝ (Maasbree) Een stuk hout bewerken met de houtvijl. [N 53, 159; A 38, 61; monogr.] II-12