e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wieg kroonrad: kroonrad (Maasbree), wieg: weeg (Maasbree), weëg (Maasbree), wieg (Maasbree) Het rondsel bovenaan de koning, dat in het aswiel grijpt. Zie ook afb. 64.17 en 58. [N O, 50e; A 42A, 103; Sche 39; A 42A, 13; A 42A, 11; N O, 14a] || wieg; bak- of mandvormig ledikantje voor zeer kleine kinderen [wieg, krib, zuus] [N 86 (1981)] II-3, III-2-2
wiel rad: rā.t (Maasbree), rāt (Maasbree), meervoud  rār (Maasbree) Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.] I-13
wielerwedstrijd wielerwedstrijd: wielerwedstried (Maasbree), wielrennen: wielrenne (Maasbree) Snelheidswedstrijd voor wielrenners op de weg [koers, klassieker]. [N 88 (1982)] III-3-2
wielewaal gouden wielewaal: goude wielewaal (Maasbree), gouwe wielewaal (Maasbree) Hoe heet de wielewaal? [DC 06 (1938)] || wielewaal III-4-1
wierook wierook: wierek (Maasbree) Wierook [wierek, wierooch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wierookkorrels wierook: wierek (Maasbree) Wierookkorrels. [N 96B (1989)] III-3-3
wierookvat wierooksvat: wiereksvaat (Maasbree) Het wierookvat [wiereksvat, wieresvaas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wig kloofbeitel: klø̜jf˱bęjtǝl (Maasbree), spie/spij: spi (Maasbree) Houten wig die soms achter de touwen wordt gedreven om de verbinding te verstevigen. Zie ook afb. 19. [N 32, 5d; monogr.] || Spits toelopend stuk hout of metaal dat dient om hout te doen splijten. Het wordt vaak gebruikt wanneer het kliefmes niet volstaat om een stuk hout te klieven. De spleet die door het kliefmes in het hout is ontstaan wordt dan verder verwijd door er houten of metalen wiggen in te drijven. Metalen wiggen zijn soms voorzien van een steel. [N E, 8c; A 29a, 1] II-12, II-9
wijden wijden: wieje (Maasbree) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wīēn (Maasbree) wijn [RND] III-2-3