e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wortel (alg.) broek: brook (Maasbree, ... ), Venlo e.o. breuk = mv.  brook (Maasbree), WLD  brêuk (Maasbree) boomwortel [SGV (1914)] || Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || wortel [SGV (1914)] III-4-3
wrat wrat: vrat (Maasbree) wrat [SGV (1914)] III-1-2
wreef wreef: vreef (Maasbree), vriǝf (Maasbree) Het hoogste deel van de voorzijde van de voet. [N 60, 36, N 60, 15b] || wreef [SGV (1914)] II-10, III-1-1
wreef [wld ii.10, p. 23-24] wreef: vriéf (Maasbree) Het hoogste deel van de voorzijde van de voet? (wreef, wrijf)? [N 60 (1973)] III-1-3
wrijfsteen stamper: stampǝr (Maasbree) Matglazen of marmeren plaat waarop met behulp van een glazen of stenen loper kleine hoeveelheden verf worden aangemaakt. De verf wordt daartoe in kleine hoeveelheden, tot een dikke, rulle pasta aangemengd, op de steen gebracht en zo lang gewreven tot een volkomen homogene massa verkregen is. [N 67, 26d] II-9
wrijven wrijven: vriëve (Maasbree), vrīēve (Maasbree) Wrijven: met de hand herhaaldelijk over iets strijken (wrijven, frotteren). [N 84 (1981)] III-1-2
wringen wringen: vringe (Maasbree, ... ) Wringen: met een draaiende beweging samendrukken (wringen, wreken, wroeten) (of: wroeken?). [N 84 (1981)] III-1-2
wroeten wroeten: vreute (Maasbree, ... ), vrø̄tǝ (Maasbree) Met de snuit in de grond wroeten, gezegd van het varken. Zie afbeelding 3. [JG 1a, 1b, 2c; L monogr.; Wi 56; S 45; monogr.] || wroeten [SGV (1914)] || Wroeten: al woelend en zoekend graven in de grond (modden, wroeten, woelen). [N 84 (1981)] I-12, III-1-2
wulp kuluut: kuuluut (Maasbree) wulp III-4-1
wulps scherp: zie ook WLD III, 2.2. lemmata "onkuis"en "geil, wellustig  scherp (Maasbree) wellustig, vervuld van sterk zinnelijk genoegen [wulps, wuft, wups, vet] [N 85 (1981)] III-1-4