17826 |
zetten |
opbenen:
opbęjnǝ (L267p Maasbree),
zetten:
zĕĕtte (L267p Maasbree)
|
Het overleer van laarzen of bottines met behulp van een houten vorm naar de vorm van het been uitspannen. Volgens de informanten van K 278 en Q 253 gebeurt dit vóór het bevestigen van het bovenwerk aan het onderwerk. Knöfel (I, pag. 189) beschrijft het zo: "Onder "walken" (inpinnen, zetten) verstaat men de bewerking, waardoor men aan deze en gene schachtdelen den vorm geeft, welke vereischt wordt om ze met den voet- en beenvorm in overeenstemming te brengen. [N 60, 67] || zetten [SGV (1914)]
II-10, III-1-2
|
34331 |
zeug met meer dan twaalf tepels |
sterzoog:
stɛrzōx (L267p Maasbree)
|
[N 76, 21]
I-12
|
19718 |
zeven |
zeven:
zeve (L267p Maasbree),
zeëve (L267p Maasbree)
|
zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
33146 |
zeven met de handzeef |
zeven:
zēvǝ (L267p Maasbree)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
24810 |
zevenblad |
drieblad:
drēi̯blāt (L267p Maasbree),
-
dreej-blaad (L267p Maasbree)
|
Aegopodium podagraria L. Zeer algemeen voorkomend lastig onkruid op beschaduwde plaatsen en op vochtige of bemeste grond met voortwoekerende wortelstokken. De onderste bladeren aan de kantig gegroefde stengel zijn veervormig samengesteld met 3 drietallen of 7 blaadjes, de hogere bladeren zijn drietallig. De schermvormige kroon is wit. De plant bloei van juni tot september. De hoogte varieert van 60 tot 90 cm. [A 17, 11; monogr.] || zevenblad [DC 17 (1949)]
I-5, III-4-3
|
21772 |
zich aanstellen |
zich aanstellen:
zich aanstelle (L267p Maasbree),
zich get verbeelden:
zich get verbeelde (L267p Maasbree)
|
zich aanstellen [N 102 (1998)]
III-3-1
|
18804 |
zich bedenken |
zich bedenken:
zich bedinke (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21298 |
zich bemoeien met |
bemoeien:
bemeuje (L267p Maasbree)
|
bemoeien [SGV (1914)]
III-3-1
|
19004 |
zich gedragen |
voegen:
veuge (L267p Maasbree),
zich voegen:
zich veuge (L267p Maasbree)
|
zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17938 |
zich haasten |
zich spoeden:
oos spooje (L267p Maasbree)
|
zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)]
III-1-2
|