31065 |
zwartmaken |
uitwassen:
uǝtwasǝ (L267p Maasbree)
|
Het insmeren van bepaalde delen van het schoeisel met zwartsel. [N 60, 132c]
II-10
|
31063 |
zwartsel |
zwartsel:
zwartsǝl (L267p Maasbree)
|
Vocht waarmee men bepaalde delen van de schoen zwart maakt. Volgens de informant van L 267 wordt deze verfstof samengesteld uit roet, water en was, vooral bijenwas. De informant van K 278 vermeldt nog "olie" als ingrediënt. [N 60, 132a]
II-10
|
30883 |
zwartselreservoirtje |
zwartselpot:
zwatsǝlpot (L267p Maasbree)
|
Busje, potje, fles of kruik waarin met het zwartsel bewaart. [N 60, 194d]
II-10
|
33995 |
zweep |
smik:
smek (L267p Maasbree)
|
Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.]
I-10
|
18105 |
zweer |
zweer:
zwaer (L267p Maasbree),
zwéér (L267p Maasbree)
|
Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24452 |
zwemblaas |
blaas:
blaos (L267p Maasbree)
|
zwemblaas. Hoe noemt men de blaas van een vis, het met lucht gevuld orgaan dat de vis in staat stelt in het water te zweven. [N102 (1998)]
III-4-2
|
22826 |
zwemmen |
zwemmen:
z(w)ume (L267p Maasbree),
zwumme (L267p Maasbree),
zwummə (L267p Maasbree),
zwömə (L267p Maasbree)
|
zwemmen [GTRP (1980-1995)], [RND], [SGV (1914)] || Zwemmen. [DC 38 (1964)]
III-3-2
|
30102 |
zwemstenen |
poriso:
pōrisǝ (L267p Maasbree)
|
Zwemstenen of drijfstenen zijn benamingen voor een zeer lichte kunststeen, vervaardigd uit puimsteengruis (bimszand) en hydraulische kalk. Het gruis wordt daartoe met ongeveer 1/9 van zijn gewicht aan waterkalk dooreengemengd. Dit mengsel wordt in ijzeren vormen geschept, beklopt en, van de vormen ontdaan, op rekken te drogen gezet. Na enige dagen worden de stenen op hopen gezet en na enige maanden zijn zij gereed voor gebruik. Zwemstenen worden hoofdzakelijk voor binnenwerk gebruikt en isoleren dankzij hun grote poreusheid goed warmte en geluid. 'Ytong' en 'Poriso' zijn merknamen. [N 30, 54e]
II-9
|
18045 |
zweren, etteren |
zweren:
zwêre (L267p Maasbree)
|
zweren (etteren) [SGV (1914)]
III-1-2
|
28506 |
zwerm |
bijenzwerm:
bejǝzwɛrm (L267p Maasbree),
zwerm:
zwɛrm (L267p Maasbree)
|
Het geheel van bijen met koningin dat de korf of kast verlaat. Een zwerm bestaat doorgaans uit een koningin, 10- tot 20-duizend werkbijen en een paar honderd darren. Zij zullen een nieuwe woning gaan zoeken. [N 63, 29d; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 100; A 9, 6; monogr.]
II-6
|