23992 |
de absolutie geven |
absolutie (<fr.) geven:
abselutie gaeve (L267p Maasbree)
|
De absolutie geven [absolvere]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23256 |
de avond luiden |
avond luiden:
aovendluuje (L267p Maasbree)
|
Het angelus luiden aan het begin van de avond [het luidt......?] [de koster luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
18898 |
de baas spelen |
beheren:
behere (L267p Maasbree),
de baas spelen:
de baas speule (L267p Maasbree)
|
de baas spelen, het voor het zeggen willen hebben [oversukkelen] [N 85 (1981)] || de verantwoording hebben over een zaak of instelling [beheren, regeren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
32317 |
de banden uitsmeden |
geren:
gīrǝ (L267p Maasbree)
|
Omdat een vat in het midden breder is dan aan de boven- en onderzijde, moeten de definitieve banden aan de benedenzijde ook breder worden gemaakt. De kuiper doet dit op het kuipersaambeeld met behulp van een geerhamer. Soms wordt ook een geermachine gebruikt. [N E, 43c]
II-12
|
22542 |
de bezem uitsteken |
de bezem uitsteken:
de bessem oetstaeke (L267p Maasbree)
|
Het feest dat door de kinderen gegeven wordt als vader en moeder uit huis zijn [bezemen, bezem hebben, de bezem uitsteken]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
32295 |
de binnenrand vlakmaken |
uitblaaien:
ū.t˱blājǝ (L267p Maasbree)
|
Met behulp van het schaafmes de binnenrand van het vat vlak maken op de plaats waar de kroos moet worden aangebracht. Volgens verschillende respondenten worden de binnenrand en binnenkant van het vat ook wel met een schaaf afgewerkt. Het schaafblok van zoɛn schaaf is voorzien van een van voor naar achter lopende, bolvormige zool. Zie ook het lemma ɛtoogschaaf met bolle zoolɛ in de algemene paragraaf over de werktuigen voor houtbewerkingen.' [N E, 35d]
II-12
|
32293 |
de binnenwand gladschaven |
gelijkschaven:
gǝlī.kšāvǝ (L267p Maasbree)
|
De binnenwand van het vat met behulp van haalmessen en schaven gladmaken. [N E, 37a]
II-12
|
32321 |
de buitenwand gladschaven |
schaven:
sxāvǝ (L267p Maasbree)
|
De buitenwand van het vat met behulp van spookschaaf en schraapstaal glad maken. Het gladschaven gebeurt tijdens het vervangen van de sluitbanden door de definitieve banden of n√†dat de definitieve banden om het vat zijn aangebracht. Zie ook de lemmata ɛspookschaafɛ en ɛschraapstaalɛ in de paragraaf over het gereedschap van de timmerman.' [N E, 45b]
II-12
|
23888 |
de catechismusles bijwonen |
naar de kinderleer gaan:
nao de kingeliër gaon (L267p Maasbree)
|
De katechismusles bijwonen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23892 |
de catechismusles verzuimen |
hegscholen:
hekschoële (L267p Maasbree)
|
De katechismusles verzuimen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|