e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

Gevonden: 4847

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
advent advent (<lat.): advent (Maasbree) De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)] III-3-3
afbijten afbijten: āf˱bi.tǝ (Maasbree) Oude verf met behulp van een afbijtmiddel verwijderen. [N 67, 68a] II-9
afbijtmiddel chemisch afbijtmiddel: šēmeš˱ āf˱bītmedǝl (Maasbree) De algemene benaming voor een middel om verf los te weken. Men onderscheidt gelvormige en alkalische afbijtmiddelen. De werkzame bestanddelen van gelvormige afbijtmiddelen zijn een mengsel van dichloormetaan en methanol. De alkalische afbijtmiddelen bevatten calciumhydroxyde of natriumhydroxyde. Zij worden meestal in poedervorm aangeboden en dienen voor gebruik met water te worden aangelengd. De invuller uit L 267 onderscheidde brandbare en onbrandbare afbijtmiddelen, terwijl men in Q 111 afbijtmiddelen in de vorm van pasta en in vloeibare vorm kende. [N 67, 16a; N 67, 16b] II-9
afbranden afbernen: āf˱bǫrǝ (Maasbree) Oude verf met behulp van een brandlamp verwijderen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Brandlamp'. [N 67, 68b] II-9
afdingen afpingelen: aafpingele (Maasbree, ... ) proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)] III-3-1
afdunnen strijkklaar maken: strīkklǭr mākǝ (Maasbree) Aangemaakte verf na enkele maanden op juiste dikte brengen door toevoeging van lijnolie en terpentijn. [N 67, 27b] II-9
afgeroomde melk fuge: fȳs (Maasbree), fugemelk: fȳsmęlǝk (Maasbree) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afgunst afgunst: aafguns (Maasbree), jaloers: zjeloers (Maasbree) Afgunst, jaloezie. [N 96D (1989)] || Afgunstig. [N 96D (1989)] III-3-3
afgunstig jaloers: zjeloers (Maasbree) Afgunstig. [N 96D (1989)] III-3-3
afkalven afbrokkelen: aafbrokkele (Maasbree) afkalven, stuksgewijs afschuiven en instorten gezegd van oevers, slootkanten enz [inkalven, inkavelen, inkelderen] [N 81 (1980)] III-4-4