e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

Gevonden: 4847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dooien dooien: dŭje (Maasbree) dooien [SGV (1914)] III-4-4
dooier doren: dō.rǝ (Maasbree) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: dāūp (Maasbree), duip (Maasbree) doop [SGV (1914)] || Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbewijs doopbriefje: duipbreefke (Maasbree) Het doopbriefje, het bewijs dat men gedoopt is [doofsjien]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopjurkje doopkleed: döypklɛit (Maasbree), doopkleedje: duipklèdje (Maasbree) doopkleed [RND] || het doopkleed, de doopjurk [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
doopkaars doopkaars: duipkârs (Maasbree) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: duipkapel (Maasbree), duipkepel (Maasbree) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopsel dopen, het ~: duipe (Maasbree) Het doopsel [der doof]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopsprei doopdoek: daopdook (Maasbree) de doopsprei [N 96D (1989)] III-2-2
doopvont doopvont: doͅupfunt (Maasbree), duipfont (Maasbree), duipvont (Maasbree), vont: vink (Maasbree) doopvont [RND], [SGV (1914)] || Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3