23387 |
doopwater |
vontenwater:
vinkewater (L267p Maasbree),
wijwater:
wiewater (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree)
|
Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34340 |
door de modder rollen |
wentelen:
weŋkǝlǝ (L267p Maasbree)
|
[N 76, 32]
I-12
|
17968 |
door een staand gewas lopen |
bochten:
bôchte (L267p Maasbree),
slobben:
slóbbe (L267p Maasbree)
|
lopen: Door een staand gewas lopen (spolken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25059 |
door elkaar, verward |
dooreen:
dorein (L267p Maasbree),
ondereen:
als ned. onder i.p.v. d-g.
òngerēīn (L267p Maasbree),
ongeregeld:
ongeregeld (L267p Maasbree),
ôngeregeld (L267p Maasbree)
|
dooreen [SGV (1914)] || niet volgens vaste regels geschikt [ongeregeld, onverschillig] [N 91 (1982)] || op ongeregelde wijze dooreengemengd [verward, verstreuveld] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24986 |
doordrenken, nat maken |
nat maken:
naat make (L267p Maasbree),
nààt make (L267p Maasbree)
|
met een vloeistof doordrenken; nat maken [platsen, pletsen, plodderen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
31102 |
doorgenaaid werk |
doorgenaaid werk:
dōrgǝnęjt węrk (L267p Maasbree)
|
Het schoenwerk dat met de doornaai-methode vervaardigd wordt. [N 60, 161b]
II-10
|
30729 |
doorharden |
doorgehard:
dōrgǝhārt (L267p Maasbree)
|
Gezegd van een verflaag die het drogingsproces van vloeibaar naar vast ondergaat. [N 67, 74d]
II-9
|
24477 |
doorn, stekel |
doorn:
dore (L267p Maasbree),
doorn (mv.):
döör (L267p Maasbree),
døər (L267p Maasbree),
stekels:
stekels (L267p Maasbree)
|
doorn [SGV (1914)] || doornen [DC 23 (1953)], [RND] || doorns [SGV (1914)]
III-4-3
|
31101 |
doornaaien |
doornaaien:
dōrnęjǝ (L267p Maasbree)
|
Met behulp van een machine of met de hand zool, tussenzool, binnenzool en overleer met één steek aan elkaar naaien. Vooral voor werkschoenen is dit het ge√´igende procédé. Evenwel wordt het bij handwerk zo veel mogelijk vermeden, omdat het een zwaar karwei is. [N 60, 161a]
II-10
|
24619 |
doornstruik |
doornenstruik:
döörestrōēk (L267p Maasbree)
|
doornstruik [SGV (1914)]
III-4-3
|