e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

Gevonden: 4847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drager van de doodskist lijkdrager: liekdragers (Maasbree) een drager van de lijkkist [dreëjer] [N 96D (1989)] III-2-2
drager van het baldakijn hemeldrager: hemeldraegers (Maasbree) Een drager van de troonhemel [himmelsdreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3
drager van het kerkvaandel vaandeldrager: vaandeldrager (Maasbree) De drager van het vaandel [vanedreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3
drank drinken: drinke (Maasbree, ... ) drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)] III-2-3
dreef gelei: gelei (Maasbree), laan: laan (Maasbree) dreef [SGV (1914)] || een weg aan met beide zijden een of meer rijen bomen (dreef, dreeft, laan,laning, lei) [N 90 (1982)] III-3-1
drenzen trukkelen: trukkele (Maasbree), zanikachtig: sánikechtig (Maasbree), zaniken: zanikke (Maasbree), zumpen: zumpe (Maasbree) drenzen [SGV (1914)] || drenzen: de kinderen drenzen de hele dag [DC 16 (1948)] || op een zeurderige toon huilen [drenzen, jengelen, janken, drammen, simmen] [N 85 (1981)] III-1-4
driekleurig viooltje veldviooltje: -  veldviuulke (Maasbree, ... ) driekleurig viooltje (Viola tricolor L.) [DC 60a (1985)] III-4-3
drieklezoor (een) drie-/drijkwart: nǝn drējkwart (Maasbree) Driekwart deel van een metselsteen. De term drieklezoor kan volgens Coopman (pag. 34) ook worden gebruikt voor een stuk metselsteen dat de volle breedte maar slechts de helft van de lengte heeft. De drieklezoor wordt daarom ook wel halve steen genoemd. [N 31, 19b; monogr.] II-8
driekoningen driekoningen: dreijkeuninge (Maasbree) 6 januari, Driekoningen [Dreikeunige, Koningen, dortiendach]. [N 96C (1989)] III-3-3
drietakrijn drietakrijn: drietakrijn (Maasbree) Rijn met drie rijntakken. [A 42A, 21] II-3