e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasbree

Overzicht

Gevonden: 4847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dropwater suikerpek: sôkkerpaek (Maasbree) Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
druifhyacint druifjes: -  druufkes (Maasbree) blauwe druifjes [DC 60a (1985)] III-4-3
druilerig en koud weer nat (weer): ene nate zomer (Maasbree), naat wéér (Maasbree), nāāt (Maasbree), regenachtig (weer): réégenechtig (Maasbree), voos (weer): voës (Maasbree, ... ), waterkoud (weer): waterkaot (Maasbree), waterkaöd (Maasbree) nat [SGV (1914)] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4
druipen van de regen druipen: hee droop vaan den rêgen (Maasbree), druppen: drupe (Maasbree), hee drŭŭpt vaan den rêgen (Maasbree) druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: dròèventros (Maasbree) druiventros [SGV (1914)] I-7
druk praten wazelen: wazele (Maasbree) druk praten [stemmen] [N 87 (1981)] III-3-1
drukken duwen: doowe (Maasbree), dówe (Maasbree) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2
drukte maken omstand maken: ömsteng make (Maasbree) een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)] III-1-4
drukte, gedoe gedoen: gedoon (Maasbree), omstand: ömsteng (Maasbree), trammelant: trammelant (Maasbree) een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)] || gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druppel druppel: dröppel (Maasbree, ... ), enen dröppel (Maasbree) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4