e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gesloten boerderijtype binnengeleg: benǝgǝlē̜ ̞x (Maaseik) De bouwdelen van dit boerderijtype omsluiten het erf aan alle vier de zijden; in Nederland wordt dit type wel de "Limburgse hoeve" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen"(1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 6. [N 4A, 4] I-6
gesneden mannelijk schaap hamel: hamel (Maaseik), hāmǝl (Maaseik) [N 19, 65a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; AGV m 3; A 2, 46; A 4, 22a; R 3, 24; N 77, add.; L 39, 44; L 20, 22a; L 5, 30b; Wi 12; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bē̜.rx (Maaseik), bęrx (Maaseik), bɛ.rǝx (Maaseik), bɛrx (Maaseik) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gesp: gasp (Maaseik), kram: kra.m (Maaseik) gesp [ZND 01 (1922)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
gesteelde plank om een lemen dorsvloer aan te kloppen dam: dām (Maaseik), stamper: stāmpǝr (Maaseik) De gesteelde plank waarmee men de pas gelegde lemen dorsvloer aanklopt zodat deze glad en vast wordt. In Q 76 kent men dit werktuig niet, maar wel een houten blok om te dāmǝ (= aankloppen). [N 5A, 67b] I-6
gesteven voorstuk van een overhemd borststuk: borst^k (Maaseik), overhemd: yvərh^mp (Maaseik) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestreepte broek fantasieboks: fa.ntəsīj bo.ks (Maaseik) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getalzijde van een geldstuk munt: munt (Maaseik) de getalzijde van een geldstuk [letter, oppers, munt] [N 112 (2006)] III-3-2
getob; tobben gemartel: ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gemartel (Maaseik), geschurg: ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gəšyrx (Maaseik), gesukkel: ook materiaal znd 23, 78: "Wanneer iets na lang proberen maar niet wil lukken zegt men: wat een ....., gesukkel  gesukel (Maaseik) gemartel [ZND 01 (1922)] III-1-4
getrouwde vrouw getrouwde vrouw: gətraowdə vraow (Maaseik) getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND] III-2-2