e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
muilkorf voor kalveren mondkorf: montkø̄rǝf (Maaseik), muilkorfje: mø̜u̯lkørfkǝ (Maaseik) De muilkorf voor kalveren die geen hooi mogen vreten. [N 3A, 14e] I-11
muilpeer kaakslag: kaakslag (Maaseik), muilpeer: muilpeer (Maaseik), Plat  moulpeir (Maaseik) hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)] || muilpeer [ZND 01 (1922)] III-1-2
muiltje muiltje: møylkəs (Maaseik) muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)] III-1-3
muis muis: moĕs (Maaseik) muis [Willems (1885)] III-4-2
muis van de hand muis: muəs (Maaseik) muis van de hand (het onderste, vlezige deel van de duim) [N 10 (1961)] III-1-1
muizen muizen: moezen (Maaseik), mooizen (Maaseik), muizen vangen: muis vange (Maaseik) de katten muizen [ZND 31 (1939)] III-2-1
mulle grond mal: mal (Maaseik) Droge losse grond, zonder kluiten. [N 27, 37a; monogr.] I-8
muntgeld klatergeld: ps. omgespeld volgens Frings.  klotərgeͅlš (Maaseik), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de @ staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de @ omgespeld.  klōtərgeͅ^lš (Maaseik) Inventarisatie uitdrukkingen voor: muntgeld, klinkend geld in het algemeen [geen bankbiljetten dus] [speeses?] [N 21 (1963)] III-3-1
muntig schaap kween: kwēnj (Maaseik) Schaap dat eenmaal gelamd heeft en dan onvruchtbaar blijft. [N 19, 66] I-12
muntige koe lege: lē̜x (Maaseik), mans (bijvgl. nmw.): mau̯s (Maaseik), tochtig (bijvgl. nmw.): tø̜xtex (Maaseik) Koe die men een tijdlang vrij wil houden en daarom niet laat dekken als ze tochtig is. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 28] I-11