e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spenen spenen: spiǝnǝ (Maaseik) Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] I-9
sperma sperma: sperma (Maaseik), zaad: zaod (Maaseik) Sperma: het mannelijke zaad (zaad, natuur, sperma, wieks) [N 106 (2001)] III-1-1
sperwer havik: wrsch dialectomspeling van Nl. lexeem; vgl. andere roofvogelnamen  havek (Maaseik), sperwer: spervel (Maaseik), speͅrvər (Maaseik) sperwer [Willems (1885)] || sperwer / havik (35 / 55 vrij ronde vleugels en lage staart; gestreepte onderkant, gele ogen; komen onverwachts laag aanvliegen en grijpen dan de verraste prooi; de kleine soort vaak op trek; s winters ook in stad en dorp; de grote broedt zeldzaam in g [N 09 (1961)] III-4-1
speurbijen speurbijen: (enk)  spø̄rbi-j (Maaseik) Werksters die een paar dagen voordat een bijenvolk gaat zwermen, gaan zoeken naar een nieuwe woning. Spleten en reten, holle bomen, schoorstenen en lege korven zijn mogelijke woonplaatsen. [N 63, 31a] II-6
spie cale: kal (Maaseik), cale (fr.): kalǝ (Maaseik), kijl: kil (Maaseik), spie/spij: spe(i̯) (Maaseik) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] || Wig waarmee de naaf van het molenrad op de molenboom wordt vastgezet. [Vds 65; Jan 71; Coe 59; Grof 82] I-3, II-3
spier spier: spīr (Maaseik) pees, spier [N 10 (1961)] III-1-1
spiertje trekken spiertje trekken: speerke trèkke (Maaseik) loten met gras of lucifers (bijv. wie de langste trekt) [spiertje trekken, getuigen, tuigen] [N 112 (2006)] III-3-2
spijkerbroek jeans: zjieëns (Maaseik), jeansboks: jeansbòks (Maaseik) Spijkerbroek [spijkerbroek, -boks, jeansbroek, jeans] [N 114 (2002)] III-1-3
spijkerjas jeansjasje: jeansjeske (Maaseik), zjieënsjeske (Maaseik), jekker: jekker (Maaseik) Spijkerjasje [spijkerjas, jeansjas, jek] [N 114 (2002)] III-1-3
spijkerpak jeanskostuum: jeanskestum (Maaseik), zjieënskestum (Maaseik) Spijkerpak [spijkerpak, jeanspak, spijkerkostuum, jeanskostuum] [N 114 (2002)] III-1-3