33632 |
takkenbos, bussel hout |
krik:
krek}* (L372p Maaseik)
|
takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)]
I-7
|
24252 |
taling |
schuimeend:
šou̯mēͅnj (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik)
|
eend: wintertaling (36 klein; bruine kop met groene wangen; broedt hier ook; roep [kruu, kruu] [N 09 (1961)] || eend: zomertaling (38 klein; bruine kop met witte wenkbrauw; broedt minder hier; roep ratelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17760 |
tand |
tand:
ta.nt (L372p Maaseik)
|
een tand [ZND A1 (1940sq)]
III-1-1
|
33777 |
tand, tanden |
tand(en):
tā.nt (L372p Maaseik
[(mv tan)]
)
|
Achter het codenummer van de plaats is de meervoudsvorm vermeld. Voor een aantal plaatsen beschikken wij evenwel alleen over de enkel- of meervoudsvorm; deze laatste citeren wij als eerste. [JG 1a, 1b; N 8, 17]
I-9
|
18731 |
tanden poetsen |
tanden poetsen:
tan pòtse (L372p Maaseik),
tanden wassen:
de tan wassen (L372p Maaseik),
was iech m’n tan (L372p Maaseik)
|
Elke avond poets ik mijn tanden. [DC 64 (1989)] || Tanden poetsen [t. wassen] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
32914 |
tanden van de hooihark |
tanden:
tan (L372p Maaseik),
tɛnj (L372p Maaseik)
|
De houten pennen die aan beide zijden uit de dwarsbalk van de hooihark steken; zie afbeelding 11, d. Alle opgaven zijn in het meervoud. [N 18, 92d]
I-3
|
32584 |
tanden van een riek |
tanden:
tan (L372p Maaseik)
|
Van de opgesomde termen zijn de niet-samengestelde meestal ook toepasselijk op de tanden van de mesthaak en van de hooivork. Voor het aantal tanden dat een riek kan hebben, zie men het vorige lemma. [N 11A, 13b + 17b; div.; monogr.]
I-1
|
18728 |
tandenborstel |
tandenborstel:
tandebuurstel (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik,
L372p Maaseik)
|
Een tandenborstel [N 114 (2002)] || Tandenborstel [DC 64 (1989)]
III-1-3
|
18732 |
tandenstoker |
tandenstoker:
tandestoeker (L372p Maaseik),
tandestoeëker (L372p Maaseik)
|
Een tandenstoker. Een puntig voorwerp waarmee men voedselresten verwijdert die tussen tanden zijn blijven zitten [tandenstoker, kloker, koter] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18729 |
tandpasta |
tandpasta:
tandpasta (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik,
L372p Maaseik)
|
Tandpasta [DC 64 (1989)], [N 114 (2002)]
III-1-3
|