e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
van katoen geven buzze geven, kemp,: gās gīvən (Maaseik), katoͅwn gīvən (Maaseik), spōjən (Maaseik), we zullen motten ketoen gieven (Maaseik) welke uitdrukkingen kent uw dialect om te zeggen dat we er kracht of drift moeten achter zetten om klaar te komen; sommige dialecten zeggen b.v. we zullen moeten katoen geven (of: hem katoen geven, of: van katoen geven), lament geven [ZND 41 (1943)] III-1-4
van veren wisselen ruiven: rou̯vǝ (Maaseik), ruizelen: ry.zǝlǝ (Maaseik), ryi̯zǝlǝ (Maaseik), rȳsǝlǝn (Maaseik), rȳzǝlǝ (Maaseik), røi̯sǝlǝ (Maaseik), røi̯zǝlǝ (Maaseik), rø̄u̯zǝlǝ (Maaseik), rø̜i̯zǝlǝn (Maaseik), rø̜u̯zǝlǝn (Maaseik), rǫ.u̯zǝlǝ (Maaseik) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangen vangen: vange (Maaseik), vaŋə (Maaseik), vānge (Maaseik) vangen [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
vangplooi plooi: plūi̯ (Maaseik), vang: vaŋ (Maaseik) Huidplooi tussen lies en uier. [N 3A, 115] I-11
vanzelfsprekend natuurlijk: des nateurlek (Maaseik), det is nateurlek (Maaseik), det is nateurlijk (Maaseik), det is nateurlik (Maaseik, ... ), nateurlik (Maaseik) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] III-1-4
varen varen: oͅpzī vārə (Maaseik, ... ), vare (Maaseik, ... ), vārə (Maaseik, ... ) op zee varen [ZND A1 (1940sq)] || varen [ZND m], [ZND m] III-3-1
variant van krijgertje spelen: doorlopertje doorlopertje spelen: doêrlöjperke (Maaseik) Kinderspel, waarbij men een achtervolging kruist. III-3-2
varken varken: vē̜.rkǝ (Maaseik), vɛ.rǝkǝ (Maaseik), vɛr (Maaseik), vɛ̄rkǝn (Maaseik), vɛ̄rǝkǝ (Maaseik), varkentje: vɛ̄rkskǝ (Maaseik) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken (bijzondere namen) kuus: kū.i̯s (Maaseik) In de Nijmeegse vragenlijst 19 vraag 2 werd gevraagd: "Kent uw dialect bijzondere namen voor varken?" In het lemma ''varken'' (1.1.1) zijn de algemene benamingen voor het varken ondergebracht; in dit lemma de bijzondere. Er is overlapping in de naamgeving. [N 19, 2; monogr.; Vld] I-12
varken van acht tot twaalf weken loperd: lø̜i̯pǝrt (Maaseik), scheut: sxȳt (Maaseik), šȳ ̞øt (Maaseik), šȳ.t (Maaseik), šø̄.t (Maaseik) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12