e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L372p plaats=Maaseik

Overzicht

Gevonden: 4905
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
chagrijn chagrijn: chagren (?) (Maaseik), cf. fr. chagrin  schagrèng (Maaseik) chagrijn [ZND 01 (1922)] || verdriet III-1-4
cichorei cichorei: sjikorei (Maaseik) cichorei [ZND 01 (1922)] I-7
circus cirque (fr.): sèrk (Maaseik), Fr. cirque.  sirk (Maaseik) Circus. || een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel] [N 112 (2006)] III-3-2
cirkelvormig raam paardsoog: pɛrsǫu̯x (Maaseik) Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b] I-6
colbertjasje colbertje (<fr.): kolbēͅrkə (Maaseik), jas: ja.s (Maaseik) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] III-1-3
communietaart opzet: opzeͅt (Maaseik), Syst. Frings  oͅp˃zat (Maaseik) Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)] III-2-3
compagnie compagnie (fr.): koempanei (Maaseik) compagnie [ZND 01 (1922)] III-3-1
compartiment compartiment (<fr.): kòmpartemènt (Maaseik) compartiment [N 102 (1998)] III-3-1
compost compost: kompǫst (Maaseik) Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.] I-1
congregatie congregatie: koenkergratie (Maaseik) Congregatie. [ZND 01 (1922)] III-3-3