19125 |
leugen |
leugen:
des ein leuge (L372p Maaseik),
des ’n luge (L372p Maaseik),
det is ein lugen (L372p Maaseik),
det is ein luuge (L372p Maaseik),
det is eine leuge (L372p Maaseik),
det is luge (L372p Maaseik),
ən ly(3)̄gə (L372p Maaseik)
|
Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)] || een leugen [ZND A1 (1940sq)]
III-3-1
|
19383 |
leunstoel |
ligzetel:
lek˃zītəl (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik),
zetel:
zētəl (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik),
zītəl (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik)
|
een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|
21341 |
leurder |
leurder:
leurder (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik,
L372p Maaseik),
ps. omgespeld volgens Frings.
l"rdər (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik),
schooier:
schoeier (L372p Maaseik)
|
een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21431 |
leuren |
uitgaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
hēͅgēͅi̯dōut (L372p Maaseik),
ou̯txun (L372p Maaseik),
ps. omgespeld volgens Frings. Boven de u (van ...xun) staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen en heb alleen de u omgespeld.
ōutxu^n (L372p Maaseik)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20198 |
leven |
leven:
znd 34, 82a;
leeven (L372p Maaseik),
lieven (L372p Maaseik)
|
leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)]
III-2-2
|
20188 |
leven (zn) |
leven:
leeven (L372p Maaseik),
lieven (L372p Maaseik, ...
L372p Maaseik)
|
leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34]
III-2-2
|
17697 |
lever |
lever:
livər (L372p Maaseik),
līvǝr (L372p Maaseik)
|
Grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden. [N 28, 88c] || lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
I-11, III-1-1
|
21002 |
leverpastei |
leverpat:
līə.vərpətē (L372p Maaseik)
|
leverpastei [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
liëverwoës (L372p Maaseik),
līə.vərwō̝.rs (L372p Maaseik),
lêvərwûrs (L372p Maaseik)
|
leverworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
24342 |
libel en waterjuffer |
spekschreur:
spekschruur (L372p Maaseik),
waterjuffer:
waterjuffer (L372p Maaseik),
waterspin:
waterspeͅn (L372p Maaseik)
|
waterjuffer || waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)]
III-4-2
|