e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maaseik

Overzicht

Gevonden: 4905
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blinken, glimmen, glanzen blinken: bli.ŋkə (Maaseik) blinken [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
bloed bloed: bloo-d (Maaseik), bloət (Maaseik), blōt (Maaseik) bloed [N 10 (1961)], [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] III-1-1
bloed roeren met de handen deropslaan: mɛt dǝ han dǝrǫp slūn (Maaseik) Als het dier gestoken is, vangt men soms het bloed op om dit later in de bloedworst te verwerken. Om te voorkomen dat het bloed stolt, roert men er met de hand wat stro, een houtje of iets dergelijks doorheen. [N 28, 17; monogr.] II-1
bloedaders melkaders: męlǝkōi̯ǝrs (Maaseik) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloeden bloeden: blōjə (Maaseik) bloeden [ZND A2 (1940sq)] III-1-2
bloedgang (het) snoeren: snø̄rǝ (Maaseik) Uitscheiding van een niet bevruchte koe. [N 3A, 31] I-11
bloedluis bloedluis: blutluu̯s (Maaseik) bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] III-4-2
bloedworst bloedworst: bloodwoës (Maaseik), blōtwō̝.rs (Maaseik), blōtwūrst (Maaseik), blôtwûrs (Maaseik), Syst. Frings  blōtwurs (Maaseik) bloedworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] || Bloedworst (bulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiger: blutzøygər (Maaseik), bloedzuiker: bloodzoeker (Maaseik), blootzuijker (Maaseik), bloedzuikerd: blōōdzeúkert (Maaseik), zevenoog: zievenoug (Maaseik) bloedzuiger [ZND 01 (1922)], [ZND 33 (1940)] || bloedzuiger [lok, echel, deegel, bloodiegel, -zuuker] [N 26 (1964)] III-4-2
bloei bloei: blø̄i̯ (Maaseik) Opgaven voor de uitdrukking "in (de) bloei staan"; het zelfstandig naamwoord. [L 32, 76; monogr.] I-4