18824 |
chagrijn |
chagrijn:
chagren (?) (L372p Maaseik),
cf. fr. chagrin
schagrèng (L372p Maaseik)
|
chagrijn [ZND 01 (1922)] || verdriet
III-1-4
|
20545 |
cichorei |
cichorei:
sjikorei (L372p Maaseik)
|
cichorei [ZND 01 (1922)]
I-7
|
22686 |
circus |
cirque (fr.):
sèrk (L372p Maaseik),
Fr. cirque.
sirk (L372p Maaseik)
|
Circus. || een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
33476 |
cirkelvormig raam |
paardsoog:
pɛrsǫu̯x (L372p Maaseik)
|
Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b]
I-6
|
18518 |
colbertjasje |
colbertje (<fr.):
kolbēͅrkə (L372p Maaseik),
jas:
ja.s (L372p Maaseik)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20747 |
communietaart |
opzet:
opzeͅt (L372p Maaseik),
Syst. Frings
oͅp˃zat (L372p Maaseik)
|
Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21308 |
compagnie |
compagnie (fr.):
koempanei (L372p Maaseik)
|
compagnie [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
21224 |
compartiment |
compartiment (<fr.):
kòmpartemènt (L372p Maaseik)
|
compartiment [N 102 (1998)]
III-3-1
|
32598 |
compost |
compost:
kompǫst (L372p Maaseik)
|
Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.]
I-1
|
23202 |
congregatie |
congregatie:
koenkergratie (L372p Maaseik)
|
Congregatie. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|