id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
34131 | ver uitspringende hielen | kromme poten: krom pi̯øi̯ (Maasmechelen), schijthakken: šīthakǝ (Maasmechelen) | [N 3A, 144a; monogr.] I-11 |
25362 | verdoven | verdoven: vǝrdǫwvǝ (Maasmechelen) | Het slachtvee verdoven alvorens het de keel door te snijden. Woordtypen als "schieten", "doodslaan", "houwen", "pin indrijven" geven aan hoe het verdoven in zijn werk gaat. [N 28, 6; N 28, 12b; monogr.] II-1 |
34155 | verdrogen | verdrogen: vǝrdrø̄gǝ (Maasmechelen), verzijen: verzejǝ (Maasmechelen) | Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a] I-11 |
28622 | verenigen van zwermen | versterken: versterken (Maasmechelen) | Wanneer een afgezwermd of afgejaagd volk of een opzetter in de winter te zwak is geworden, wordt dit volk of die opzetter verenigd met andere volken. Ook moet men vaak volken verenigen, wil men op het einde van het bijenjaar zoveel mogelijk nieuwe volken hebben. Bij het verenigen van twee volken moeten zij dezelfde geur krijgen om afstoting en gevechten te vermijden. Hiervoor kan de imker gebruik maken van verschillende technieken. Hij kan de bijen besproeien of besprenkelen met een geurafscheidende vloeistof of met suikerwater, of de bijen beroken. Het urineren in kasten of korven om eenzelfde geur te krijgen is een verouderde methode. De informant van L 271 zegt dat oude imkers vroeger een voor- en nazwerm in een lege korf deden. Dan ging er een doek over. Vervolgens werd de korf beplast, waarna hij geschud werd. Ook Eeckhout (pag. 191) vermeldt dit gebruik voor één plaats (Geraardsbergen), maar zegt dat deze methode zo goed als uitgestorven is. [N 63, 95a, N 63, 95b; N 63, 95c; N 63, 97; monogr.] II-6 |
30735 | verflaag | couche: kūš (Maasmechelen), laag verf: lǭx ˲vɛrǝf (Maasmechelen) | Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.] II-9 |
34171 | verkeerd liggen | in een wrong liggen: in een wrong liggen (Maasmechelen), verdraaid liggen: verdraaid liggen (Maasmechelen) | Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49] I-11 |
28948 | verknippen, versnijden | verknippen: vǝrknepǝ (Maasmechelen), versnijden: vǝrsnęjǝ (Maasmechelen) | Door verkeerd knippen het te maken kledingstuk bederven. [N 62, 24; MW] II-7 |
18074 | verkouden | versnuibd: vǝrsnǫu̯pt (Maasmechelen) | Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] I-9 |
34165 | verlopen | herlopen: (de koe is) hǝrlau̯pǝ (Maasmechelen), verlopen: vǝrlau̯pǝ (Maasmechelen) | Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11 |
20098 | vermolmd hout | molmhout: mōlmhǫwt (Maasmechelen) | Hout dat tot molm is overgegaan. Vermolmd hout ontstaat onder meer door verdroging, verrotting, insekten, houtworm en ziektes. [N E , 5] II-12 |