e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

Gevonden: 3787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glimlachen grijnslachen: grienslache (Maasniel) onhoorbaar lachen door de mond te vertrekken [monkelen, glimlachen] [N 85 (1981)] III-1-4
glimworm bliewit: bliewit (Maasniel), glimworm: glimwórm (Maasniel) Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u een soort kever: het mannetje is gevleugeld. Het kan 11-16mm lang worden. Het is bruinachtig van kleur en is in staat een geelgroen licht uit te stralen met behulp van lichtorganen op het achterlijf (glimkever) [N 83 (1981)] III-4-2
gluiperd gluiperd: gluupert (Maasniel) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] III-1-4
gluiperig gluiperig: gluuperig (Maasniel), loeren: loeren (ww.) (Maasniel) gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] || huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
goed liggen goed komen: goed komen (Maasniel), goed zitten: goed zitten (Maasniel) Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51] I-11
goed opschieten met zijn werk opschieten: opsjeete (Maasniel) goed opschieten met zijn werk [plakken] [N 85 (1981)] III-1-4
goed uit de weg kunnend vlot: flǫt (Maasniel) Gezegd van een paard dat goed te been is. [N 8, 64d] I-9
goede vleeskoe goed vleestype: gōt vlęi̯stipǝ (Maasniel), goede vleeskoe: gōi̯ vlęi̯sku (Maasniel) Breedgebouwde en goed in het vlees zittende koe. [N 3A, 141b] I-11
goede- opbrengst geven geeft goed: geeft goed (Maasniel) Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39] I-4
goedkoopste rang in een schouwburg engelenbak: ingelebak (Maasniel) De goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot]. [N 90 (1982)] III-3-2