e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lawaai, herrie spektakel: sjpiktakel (Maasniel) een dooreenmengeling van sterke geluiden [leven, herrie, geweld, lawaai, spektakel, rumoer] [N 91 (1982)] III-4-4
lederen pantoffel pantoffel: pantoefels (Maasniel) pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
leefnet leefnet: laefnet (Maasniel) Het net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend kan houden [leefnet, kaar]. [N 88 (1982)] III-3-2
leeg, niets bevattend leeg: laig (Maasniel, ... ) niets bevattende, gezegd van bijv. een fles, een kan, een kopje, een vertrek etc. [leeg, ijdel, ijl] [N 91 (1982)] || waar niemand aanwezig is, leeg [wepel, verlaten] [N 91 (1982)] III-4-4
leegloper leegloper: laigluiper (Maasniel) een persoon die zonder iets te verrichten en zonder bezigheden rondloopt [leuteraar, leegloper] [N 85 (1981)] III-1-4
leep, doortrapt doortrapt: doortrapt (Maasniel) zeer bedreven in het kwaad of in het kwaaddoen en daarbij zeer sluw [slim, glad, hel, leep, doortrapt] [N 85 (1981)] III-1-4
leerling leerling: leerling (Maasniel) de persoon [meestal een kind] dat onderwijs krijgt [leerder, leer] [N 90 (1982)] III-3-1
leewater leewater: lēwātǝr (Maasniel) Gewrichtsontsteking bij veulens - ook bij kalveren en hoenders -, door een vochtophoping, veroorzaakt door een besmetting die bij veulens vooral via een navelwond binnendringt. [A 48A, 12c; N 8, 90m en 90n; monogr.] I-9
lege eerste koe gusteling: gøstǝleŋ (Maasniel), schot: šǫt (Maasniel) Jong rund dat eenmaal heeft gekalfd, maar dat daarna niet meer drachtig wil worden of waarmee men niet verder wil fokken. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 25b; N C, 15; monogr.] I-11
lege maiskolf pitten: petǝ (Maasniel) Het lege vruchtbeginsel van de maïsplant; de kolf waar de maïskorrels van zijn afgehaald. Omschrijvingen zoals "lege kolf" zijn niet opgenomen. [N Q, 24] I-4