e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
menstruatie rommel: rommel (Maasniel) menstruatie [verandering, reegels] [N 10C (zj)] III-2-2
menstrueren kermis krijgen: kermes kriege (Maasniel) menstruatie [verandering, reegels] [N 10C (zj)] III-2-2
merel merel: méérel (Maasniel), merling: méérlink (Maasniel, ... ) merel III-4-1
merg merg: mirg (Maasniel) [N 10a (1961)] III-1-1
merrie meer: mē̜r (Maasniel) Gebruikt als handels-, werk-, voermans- en als fokpaard. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.] I-9
merrieveulen meerveulen: mē̜rvø̄lǝ (Maasniel) Het vrouwelijk jong van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 3b] I-9
mes van de sikkel mes: mɛts (Maasniel), sikkel: sekǝl (Maasniel), zicht: zext (Maasniel) Halvemaanvormig ijzeren gedeelte; met de scherpe holle kant werd het gras gemaaid. Vaak is de naam van het werkend deel van een gereedschap dezelfde als die van het gereedschap als geheel; zie bij blad van de zeis, de knuppel van de dorsvlegel, enz. Voor de fonetische documentatie van het woord(deel) sikkel zie het lemma Sikkel. In de drie plaatsen waar het type sikkel hier is gedocumenteerd, is voor het gereedschap als geheel een ander lexeem, i.c. kromme, opgegeven. [N 18, 79b] I-5
mest afsteken afsteken: āfštē̜kǝ (Maasniel) Om bij het mestuitrijden de dieper gelegen, aangezakte en samengeperste mest in de mestvaalt en vroeger in de potstal beter met de riek te kunnen opnemen, stak, sneed of hakte men deze door met respectievelijk een scherpe spade, een soort zaag, een bijl. De hieronder vermelde termen hebben alle mest tot object. [N 18, 15 + 21d add.; N 11A, 11; monogr.] I-1
mest in de voor doen (mest) afstoken: āfštǭkǝ (Maasniel) Met een riek of een (gevorkte) stok de gespreide mest die op de "harde voor" ligt, in de pas geploegde voor schuiven of krabben: het werk van de "meststoker". [N P, 14; N 11A, 25; monogr.] I-1
mest laden (mest) laden: lāi̯ǝ (Maasniel) Mest uit de mestvaalt (vroeger uit de potstal) met een riek op de gereedstaande kar laden. Meestal wordt de karbak zo hoog mogelijk volgetast. [N P, 7; N 11A, 10; JG 1a; monogr.] I-1