e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Maasniel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
notulen notulen: notulen (Maasniel) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
nylonkous nylon: nylons (Maasniel) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
obstakel hinderpaal: hinjerpaol (Maasniel) iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)] III-1-4
ochtend (vanmorgen de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]: s⁄ morges (Maasniel) s morgens) [N 91 (1982)] III-4-4
oeverzwaluw bruinzwalg: broenzjwalg (Maasniel) oeverzwaluw III-4-1
ogenblikje, korte tijd, eventjes eventjes: efkes (Maasniel), tijdje: ⁄n tiedje (Maasniel) een korte tijdsruimte [poosje, end, scheut, stoot, rek, kortje, hortje, kutske, rande] [N 91 (1982)] || eventjes, een ogenblik III-4-4
okkernoot noot: -  noot (Maasniel) okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] I-7
oksel oksel: oksel (Maasniel) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
olie olie: aolie (Maasniel) olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
oliebol kreupelsvot: Syst. WBD In frituurvet gebakken van pannekoekdeeg: kreupelsvótte.  kreupelsvótte (Maasniel), oliebol: Syst. WBD  aoliebul (Maasniel) Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3