17904 |
reiken naar |
reiken naar:
reike (L332p Maasniel)
|
reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21195 |
reis |
reis:
reis (L332p Maasniel)
|
het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21201 |
reiskoffer |
koffer:
kòffer (L332p Maasniel)
|
Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21196 |
reizen |
reizen:
reizen (L332p Maasniel)
|
een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21740 |
rekruut |
rekruut:
rekruut (L332p Maasniel)
|
een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21358 |
rente |
interest:
intres (L332p Maasniel),
ps. het -tekentje vóór dit woord heb ik letterlijk overgenomen.
de ⁄intrés (L332p Maasniel)
|
Rente [intrest?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21892 |
rentenieren |
rentenieren:
renteneere (L332p Maasniel)
|
leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
25095 |
repareren |
repareren:
repareren (L332p Maasniel)
|
repareren, opknappen [oplappen, flikken, lameseren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24548 |
reseda |
reseda:
WLD
reseda (L332p Maasniel, ...
L332p Maasniel)
|
[N 92 (1982)]Reseda (reseda odorato). Een 20 tot 60 cm grote plant. De stengels groeien rechtop en zijn sterk vertakt; de bladeren zijn dubbel veerspletig; de bloemen groeien in trossen, met 6 gespleten kroonbladeren, lichtgeel van kleur en reukloos. De vruchten zijn [N 92 (1982)]
I-7, III-4-3
|
20559 |
rest in het glas |
klatsje:
kletske (L332p Maasniel)
|
restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)]
III-2-3
|